Trainen met een kettlebell, zo handig is dat!

1. Kettlebell en benen

Om je benen te trainen met een kettlebell kan je bijvoorbeeld een Goblet Squat doen. Hierbij hou je de kettlebell voor je borst stevig vast met twee handen en maak je een diepe squat. Vind je jouw kettlebell hier te zwaar voor? Dan is een Deadlift met een kettlebell een goed alternatief. Zet de kettlebell op de grond. Buig met een rechte rug voorover en pak de kettlebell bij de ‘oren’ vast om op te tillen. Hou je armen gestrekt en gebruik de been- en bilspieren om de kettlebell van de grond te krijgen.

2. Kettlebell en buikspieren

Je kan met een kettlebell ook een Russian Twist maken. Hierdoor wordt de oefening net wat zwaarder dan zonder gewicht. Ga zitten met je rug recht, buig je knieën, leun een beetje naar achteren, span je buikspieren aan en til de kettlebell van links naar rechts heen en weer. Je kan ook goed staand je zijbuikspieren trainen met de kettlebell. Hiervoor hou je de kettlebell vast in een hand, ga je rechtop staan en laat je de kettlebell wat zakken langs de zijkant van je lichaam om deze vervolgens weer op te tillen naar een rechtstaande houding.

3. Kettlebell en bovenlichaam

Een kettlebell kan je gemakkelijk als een soort dumbell gebruiken. Dus denk bij bovenlichaam trainingen aan Bicep Crulls, Tricep Overhead Extensions, Chest Presses, High Pulls, enzovoort. Dan wel eerst de ene zijde en dan de andere zijde trainen. Want dan hoef je niet twee kettlebells aan te schaffen. En wellicht zelfs nog wel effectiever trainen ook, omdat je je dan echt kan focussen op die rechter of linker spieren.

En ondanks dat je je huis niet meteen vol wil hebben staan, is het stiekem wel lekker om een paar verschillende gewichten te hebben. Bijvoorbeeld een kettlebell van 4kg, 8kg en 12kg. Dan kan je alle kanten op! En heb je uiteindelijk alsnog maar drie kettlebells in huis staan om mee te trainen. Dat valt mee!

Terug naar blog